Einde van het lidmaatschap van leden en jeugdleden
Artikel 7
1. Het lidmaatschap eindigt:
a) door de dood van het lid,
b) door opzegging van het lid,
c) door opzegging namens de vereniging, wanneer een lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten van het lidmaatschap in de statuten gesteld, wanneer hij zijn verplichting jegens de vereniging niet nakomt, als ook wan neer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het 1idmaat schap te laten voortduren,
d) door ontzetting. Deze kan alleen worden uitgesproken, wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten door vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.
3. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de vereniging kan slechts geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken. Echter kan het lidmaatschap onmiddellijk worden beëindigd, indien van de vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid, doet het lid maatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
5. Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een besluit waarbij de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard, te zijnen opzichte uit te sluiten.
6. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.
7. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging, op grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lid maatschap te laten voortduren en van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap staat de betrokkene binnen een maand van de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
8. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, blijft desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.