Geldmiddelen
Artikel 26
1. Het Bestuur stelt de contributie van de verschillende categorieën van leden vast.
2. Indien het Bestuur besluit een wijziging te brengen in de contributie van één of meer categorieën van leden, draagt het zorg, dat zulks 7 dagen voor de aanvang van de vergadering waarin de gewijzigde contributie regeling zal gelden, aan de leden wordt kenbaar gemaakt.
3. De contributie wordt jaarlijks vastgesteld in de Jaarlijkse Vergadering en bedraagt voor de verschillende categorieën als volgt: Gewone leden vastgesteld bedrag Jeugdleden de helft van het vastgestelde bedrag Huisgenootleden de helft van het vastgestelde bedrag
4. Het inschrijvingsgeld is gelijk aan de jaarlijkse contributie en bedraagt voor de verschillende categorieën als volgt: Gewone leden vastgesteld bedrag Jeugdleden vastgesteld bedrag Huisgenootleden in het geheel niet.
5. Het Bestuur is bevoegd afzonderlijke regelingen te treffen voor bepaalde groepen van leden, die daarvoor in aanmerking komen.
6. Bij toetreding tot de Vereniging wordt van de gewone leden en jeugdleden een inschrijvingsgeld, geheven, dat tenminste éénmaal de jaar contributie be draagt.
7. Personen die een som gelijk aan het vijfentwintigvoud van de jaar contributie van gewone leden betalen, zijn gewone leden voor het leven.
8. Leden-donateurs (donatrices) en leden-begunstigers (sters) betalen een jaarlijkse bijdrage van tenminste éénmaal de jaar contributie.
9. Ereleden zijn vrijgesteld van contributiebetaling.
Artikel 27
1. De jaarlijkse bijdragen zijn op 1 januari invorderbaar, voor zover niet uiterlijk voor de eerste december van het voorafgaande jaar het lidmaatschap is opgezegd.
2. Leden, die in gebreke zijn gebleven hun bijdrage te voldoen, worden eerst bij gewoon schrijven en, zo hieraan binnen twee weken geen gevolg wordt ge geven, eventueel bij aangetekende brief daartoe aangemaand. Voldoen zij ook hierna niet aan hun verplichting tot betaling, dan worden zij door het Bestuur als lid geroyeerd op de eerstvolgende ledenvergadering. Het Bestuur is gerechtigd in bijzondere gevallen van deze bepalingen af te wijken.
Artikel 28
1. Zij die gedurende het verenigingsjaar lid worden, moeten betalen, of voor hen moet worden betaald, wanneer het lidmaatschap aanvangt: in de maanden januari/juni de volle jaar contributie in de maanden juli/september de halve jaar contributie in de maanden oktober en november een vierde jaar contributie in de maand december geen contributie, doch in dit geval moet de contributie voor het komende jaar in deze maand warden betaald.
2. Voor de jeugdleden kan het Bestuur ten aanzien van de inning van de contributie een afzonderlijke regeling treffen.
3. Na betaling van de verschuldigde gelden, worden de leden namens de Secretaris in het bezit gesteld van het “Bewijs van Lidmaatschap”, geldende tevens als kwijting voor hun betaalde bijdrage e.q. schenking.
Artikel 29
1. De Penningmeester beheert de geldmiddelen en stelt het beheer van de waar den en gelden op de juiste wijze te boek. Hij houdt het Bestuur op de hoogte van de financiële aangelegenheden, legt op de Jaarlijkse Vergadering rekening en verantwoording af van het financieel beheer en zorgt, dat de geldmiddelen rentegevend worden belegd bij een door het Bestuur aan te wijzen financiële instelling.
2. Bij ontstentenis van de Penningmeester regelt de Voorzitter de wijze waar op het beheer van de geldmiddelen moet worden uitgeoefend. 3. Een deel van de werkzaamheden van de Penningmeester kan onder goedkeuring van het Dagelijks Bestuur aan een tweede Penningmeester worden opgedragen.